De afspraken over het geven van de uitslag NIPT aan de zwangere zijn na 1 april nagenoeg onveranderd. Er is een uitzondering. Als er een aanwijzing is voor een nevenbevinding, neemt de klinisch geneticus voortaan in alle gevallen en in alle regio’s eerst contact op met de counselor en daarna neemt de klinisch geneticus zelf contact op met de zwangere.
Na het bericht van de klinisch geneticus regelt de counselor in het bronsysteem de verwijzing van de zwangere naar de klinisch geneticus in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. De klinisch geneticus nodigt de zwangere zelf uit voor een gesprek in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek.